Die nacht in Brugge

maandag 21 december 2009 :-) 6 Opmerkingen

Het is twee uur 's nachts, ik sta moederziel alleen op het Brugse Zand de laatste resten van mijn avondmaal uit te braken en denk: hoe ben ik hier terechtgekomen? En ook: waarom kiest God partij voor de Franse zaak?

Druktemakers
De avond was veelbelovend begonnen, tachtig kilometer verderop, in Brussel, bij een Duitse vriendin die mij en een paar andere vrienden had getrakteerd op een kaasfondue. De andere mannelijke genodigden hadden verstek laten gaan. Daar zat ik met drie mooie vrouwen, twee Duitsen en een Portugese, stukjes brood in vloeibare kaas te dopen. A single man's dream.

Wat ons bezielde, weet ik niet - misschien was het de goedkope Portugese wijn, misschien de Duitse kaas - maar ons multi-Europese gezelschap besloot zich vanavond eens flink vrolijk te maken over de Fransen. Druktemakers en woordenkramers, die fransozen! Hun culturele productie wordt afwisselend gekenmerkt door neurose en depressie, en onveranderlijk door meligheid. Noem eens één goeie Franse groep? En dan al die dikdoenerij over hun overprijsde wijnen.

Later op de avond verandert de toon van de gesprekken (Miss Portugal, lichtjes smachtend, tot mij: "Do you still believe in love?"), maar dan moet ik er al weer vandoor om mijn laatste trein te halen. Treinen is nadelig voor je liefdesleven, maar het leefmilieu vaart er wel bij en dat is een onuitspreekbaar grote troost.

Een tikje bedrukt
Brussel-Zuid ligt nauwelijks vijf minuten achter me of het uur van de wraak heeft aangebroken voor de Fransen. De Portugese wijn zit in mijn hoofd, en ook nog wel in mijn maag, maar hij geeft nadrukkelijke signalen dat hij daar weg wil. Ik denk dat ik het toilet maar eens opzoek. Had ik maar Franse wijn gedronken, in plaats van dat Portugese bocht.

Omstreeks Denderleeuw is de situatie allesbehalve opgeklaard. Het dessert heeft het rijtuig al verlaten, maar de gesmolten Duitse kaas en het voorgerecht blijven hardnekkig aan mijn maag kleven. De kaartjesknipper kondigt Gent Sint-Pieters aan, de trein vertraagt, maar ik denk: laat ik nog even blijven zitten; ik heb het altijd moeilijk gevonden om me van mijn vertrouwde habitat los te maken. Wanneer ik mezelf eindelijk in beweging krijg, is het al te laat. Langzaam verdwijnt Gent-Sint-Pieters aan de einder. Ik voel me een tikje bedrukt, als een personage uit een Franse film.

Het toeristenparadijs slaapt
De volgende stop is Aalter, een onherbergzaam oord waar ik zelfs overdag zo spoedig mogelijk vandaan probeer te komen. Dan lijkt me Brugge, nog een station verder, een betere plek om te stranden. Ik ben geen Brugge-fan, maar dit is wel de kans van mijn leven om mijn gal te spuwen over dit openluchtmuseum - letterlijk. Gelukkig zijn is: ook in de donkerste momenten de mogelijkheden blijven zien; dat heb ik van een scheurkalender.

Wanneer ik in Brugge over het stationsplein waggel is niet alleen mijn lichamelijke maar ook mijn mentale conditie allerbelabberdst te noemen. Ik voel me nu als iemand die twee Franse films na elkaar heeft moeten bekijken. Openbaar vervoer is er niet meer, een taxirit overleef ik niet, en van wandelen kan natuurlijk geen sprake zijn. It's long way to Tipperary. Er zit niets anders op dan een hotel te zoeken.

Maar het toeristenparadijs slaapt, de herbergen zijn potdicht. Behalve de Fransen hebben dus ook de Bruggelingen God ingehuurd om zich op mij te wreken. Nu ja, het oordeel over mijn onverdraagzaamheid moest een keer komen, dus waarom niet alles op één avond? Zo beschouwd is deze ellende niets minder dan een daad van genade. Als ik me niet zo beroerd zou voelen, ik hief ter plekke een psalm aan.

Mijn koninkrijk voor een bed
Op het Zand vind ik, tussen twee braakbuien door, een hotel open. Het blijkt volgeboekt; de kelk moet vandaag echt leeg tot op de bodem. Mijn moraal is nu dermate laag dat ik me niet zou verzetten tegen een uitvoering van het volledige oeuvre van Johnny Halliday op panfluit.

In de Noordzandstrand heb ik meer geluk. Nu ja "geluk", wat heet: een kamer kost hier 100 euro. Maar ik ben inmiddels zo geradgebraakt dat ik het er wel voor over heb. My kingdom for a bed!

Ik slaag erin niet op de receptiedesk te braken en me naar mijn kamer te slepen. Na een obligate passage langs het toilet, vind ik rust in mijn driesterrenbed. Deze feestelijke avond zit erop, maar de gedachte dat de eindejaarsfeesten nog goed en wel moeten losbarsten stemt me niet hoopvol.

6 opmerkingen:

  1. Zalig stuk tekst! Al lezend voelde ik me misselijk worden, wat deze keer duidelijk een compliment is.
    100 euro voor een braakbeurt: faut le faire. En da's Frans. Net zoals Téléphone, een topgroep pur sang.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit stuk is echt topklasse! Ik heb het al 2 keer herlezen en nog iedere keer zit ik hier te gieren van het lachen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb het ook al twee keer met plezier gelezen. Met een big smile op mijn gezicht.

    Maar toch ook met de gedachte dat ik blij ben dat die periode achter mij ligt (min of meer). Dronken ben ik enkel nog "per ongeluk". En als ik "verdwaal" komt er een ridder op een wit paard mij redden. Dankzij de gsm.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zeg! Wil jij wel eens in je eigen stad gaan braken aub...?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Had je niet beter thuisgebleven met een stukje salami? ;-)
    Spaar de volgende uitstap maar tot de zomer; dan kan je in 't park slapen...

    BeantwoordenVerwijderen