Wanneer mijn zus en ik het over andermans relaties hebben – geef toe, dat doen we allemaal wel eens, al dan niet beseffend dat wij daar eigenlijk niets over te zeggen hebben – grappen we soms wel eens: “Alles kan stuk.” Dat menen we geenszins. Het is wel degelijk als grap dat we die uitspraak naar boven halen. De boutade in kwestie blies me namelijk omver in middelbare school-tijden en hoort samen met de al even winderige uitspraak: “De vorige vangst was rot.”
Het verhaal: Een vriendin was al even in een relatie, maar had nu haar oog laten vallen op een andere kerel. Vergeef mij dat ik hier niet over gecompliceerde emoties spreek, maar het jargon van een rationele selectie was ook het taalgebruik dat zij hanteerde, getuige de boutades. Toen ik er haar dan ook op wees dat de andere kerel al lange tijd een degelijke relatie had met zijn vriendin, haalde zij laconiek haar schouders op en sprak de befaamde woorden uit: “Alles kan stuk.” Even later ging het ook stuk, maakte ze het uit met haar vriend en begon ze wat met de andere kerel. “Mooie vangst, he?” vroeg ze me toen om bevestiging. Ik zei enkel: “Ja, maar, je had al een vangst.” Want hemel, ja, het was een mooie vangst, maar dat zou ik haar niet toegeven, teveel ontsteld door het verdriet dat het andere meisje was toegedaan. Opnieuw de schouders en de schijnbaar puur berekende woorden: “De vorige vangst was rot.”
Toegegeven, het gaat hier over middelbare school-tijden. Toch hoef ik jullie niet te vertellen dat we als pubers ook niet geheel dom en gevoelloos waren. Integendeel misschien zelfs, wat dat laatste betreft. Daarnaast hoef ik jullie ook niet te vertellen dat er ook op oudere leeftijd nog overspel gepleegd wordt.
En dan ga ik aan het denken… Is er niet zoiets als ‘de vrouwencode’? Laten we het scenario waarbij je niet weet dat de ander in een relatie zit even achterwege. Zou je uit respect als vrouw tegenover een andere vrouw niet moeten zeggen: “He, stop, ho, mannetje. Als jij het wil uitmaken met je vriendin is dat jouw keuze en bel me als je wil daarna nog eens op, maar ik ga niet de vrouw zijn waarmee je die andere vrouw bedriegt.” Ik besef ook dat eens er gevoelens mee gemoeid zijn, dat allemaal zo simpel niet is en dat je jezelf vlug sust met ideeën als “ja, maar, die andere vrouw is niet goed voor hem” of “die relatie is toch al stuk”. Of nog: “ja, maar, zij heeft hem ook bedrogen”. Want uiteraard doen vrouwen het evengoed. Maar toch… als we nu eens zouden opkomen voor elkaar, zou dat ons niet al een heel eind vooruit helpen? Of is het ieder voor zich en “pakken wat er te pakken valt”? Of om het met de befaamde woorden te zeggen: “Alles kan stuk en vangen wat er te vangen valt!”
(PS: Voor wie het interesseert, de afloop van het verhaal: de kerel in kwestie heeft dan toch het licht gezien, is terug bij zijn eerste vriendin gegaan en daar is hij inmiddels nog steeds mee samen.)